Wie het leuk vindt kan hier lezen hoe wij genieten van ons verblijf in Zweden.
Over hoe het met ons gaat en wat we zoal meemaken...


Zweden... rust, ruimte, oneindige natuur, frisse lucht en veel aardige mensen!





vrijdag 21 maart 2014

Manneke, Flip, Björn, Bartje...


Wederom een mijmering van Peter...

*****

Manneke, Flip, Björn, Bartje en het zilveren vaasje met de plastic roos van bootsman Hugo R.I.P.

Ik had jullie HIER (klikklik) beloofd dat ik weer zou schrijven als de arrenslee een paard zou hebben. Tot op heden is er nog geen paard. 

Ik begin maar met een aantal dingen die in mijn zeemansloopbaan een betekenis hadden.
Zo was er het zilveren vaasje met de rode plastic roos en het bijbehorende rode tafelkleedje met afbeeldingen van zeemansknopen gekocht door de bootsman in een Flying Angel (Engelse zeemanshuizen). Deze zeemanshuizen werden vaak bezocht als de bemanning even naar huis wilde bellen voor ze de havenkwartieren in gingen.

Bootsman Hugo ging nooit lopend of met een taxi naar deze kwartieren, maar altijd op zijn transportfiets die de kleur mastgeel had. 
De remmen en het kettingwerk werden altijd door de 2e machinist verzorgd, zodat deze altijd een ritje voorop had naar het kwartier.
In de havenplaats Caracas (Venezuela) kreeg de bootsman een zwaar verkeersongeval, hij was even de stad in gegaan om ijs voor de bemanning te halen. De kapitein en de kok kwamen aan het begin van de avond terug aan boord en vertelden dat Hugo Nederland nooit meer zou zien, we mochten in groepjes van vier een bezoek aan hem brengen en bij dit bezoek vroeg hij mij: “Pietje, zeun, zorg ervoor dat de vaas met de roos en het kleedje bij Bobeltje komen.” 
Bobeltje was zijn vriendin in Singapore. Zijn fiets is samen met hem begraven in Caracas. 

In Singapore meerde ik pas vele jaren later af, zeker zo'n 14 jaar later als kapitein van de Thomas de Gauwdief, een bevoorradingsschip. Na wat zoekwerk en een glas bier vond ik Bobeltje. Ze had nu een etablissement met dames. Ik gaf haar de spullen met een foto van Hugo, zij moest even nadenken, keek me aan en zei: “Yes, the sailor with the betjak! You must be Pietje!”
Ik vertelde haar het verhaal van Caracas en het kleedje werd uitgevouwen naast haar kasboek. De vaas met roos en de foto werden erbij gezet en de volgende ochtend zag ik dat er een kaars bij de foto brandde en ze vertelde mij dat zij de spullen mee zou nemen in haar graf: “Yugo was the best of all my lovers”.

Thomas de Gauwdief

Ik reed terug op mijn mastgele Vespa. Bootsman Daan zat al bij de gangway te wachten en over zijn schouder brulde hij naar de kok: “Die Ouwe* heeft alweer het stokbrood vergeten, dan moeten wij wel de wal op vanavond.” Men had al een begin gemaakt met het laden van generatoren en proviand bestemd voor Port-aux-Français op de Kerguelen. Twee dagen later werd er koers gezet naar dit vergeten oord in de Indische Oceaan op 49°20’ZB   069°20’OL.
Zoals gewoonlijk op de eerste dag op zee kwam de kok ‘s avonds op de brug met de vraag: “Gaat u daar ook de wal op om stokbrood te kopen?” Mijn vaste antwoord was dan: “Als ik 24 uur voor aankomst mijn sorbet met vers fruit en slagroom krijg.” Ik hoorde hem al mompelend naar de uitkijk lopen: “Die ouwe wordt toch echt vergeetachtig.”
* De bemanning onder elkaar noemt de kapitein altijd gewoonweg "die Ouwe".

Manneke even bij Bartje gezet. Wat zal Bartje denken?

In maart 1970 kreeg ik van mijn moeder Manneke uit Brussel, zij vond hem toen goed bij mij passen. Manneke heeft zijn verdere bestaan in mijn nabijheid doorgebracht aan boord van schepen en later aan de wal op mijn werktafel, zodat hij altijd kon zien wat ik deed. Ik heb ook veel met hem gesproken, maar ja wij zijn dan ook al 44 jaar bij elkaar. In een van die gesprekken heb ik hem gevraagd of hij op mijn grafkist wil staan en dat wil hij zeer graag als hij dan ook maar wel samen met mij in de urn mag. Hij kijkt nu op mij neer vanuit het hoge raamkozijn in mijn werkkamer. Zo nu en dan draai ik hem om, dan mag hij naar buiten kijken. Ik vraag dan wel eens aan hem: “Wie zal jou op de kist zetten?”

Zijn vriendje Flip kreeg ik van Gon haar moeder, deze heeft een wat rustiger bestaan, hij staat in Oosterwolde. Hij zit in een kokosnoot wat ook weer verwijst naar een aantal zeemijlen.

Manneke, Bartje en Björn.

Björn is in 2009 gevonden tijdens een autorit in Zweden, dat kun je HIER (klikklik) nog lezen. Hij speelt nu de doerak tussen de andere beren en ziet niet het gevaar als hij zijn been weer eens in de oude koffiemolen doet. Ik heb hem er al meerdere keren op aangesproken, maar zijn antwoord is steeds: “Jij loopt toch ook met een houten poot!”
Ja, en dan Bartje, hij staat bij de beertjes en zat in een verhuisdoos met meerdere spullen uit de woonark van Gon haar ouders. Bartje komt van oorsprong uit een gebied ten noordoosten van Assen en hij bidt niet voor bruine bonen. Als ik hem zo zie staan dan dwalen mijn gedachten vaak af naar Drenthe en zie dan de landweggetjes in en om Ruinen, Armweide en Hees. Ook Ansen en Dwingeloo met boerderijen waar het paard nog het werk deed en de boer heel voorzichtig aan een melkmachine dacht en zijn zoon aan een tractor met ploeg. Als ik nu na 50 jaar door dat gebied rijd zie ik nog veel van diezelfde boerderijen staan, maar er woont geen boer. Er wonen westerlingen met een paar paarden en vaak met een bord in de tuin met de tekst “te koop”.
Mijn vaders boerderij in de Westerstraat nr. 22 heeft in de afgelopen 50 jaar ook een aantal metamorfoses ondergaan.
Eerst als een zomerpension. Daarna werd het de winkel van Henk Bralten en daarna de kledingzaak van Roel Bekelaar. Hij vertelde mij in het najaar van 2013 dat zijn dochter er per 1 januari 2014 een kapperszaak in zou beginnen. Nou dan laten wij ons haar en baard daar maar eens knippen. Kapper Kuiper is ook al lang weg.
De boeren zijn in de ruilverkaveling gegaan, grote stukken land aan elkaar, nieuwe stallen met 60 tot 200 koeien of meer. Melkrobots, twee of drie tractoren, een los woonhuis met een moderne keuken met een vaatwasser voor de boerin, als deze tenminste al geen baan heeft buiten de boerderij. Door deze veranderingen zag ik de kruidenier uit de dorpen verdwijnen. Jans Prikke en Bakker Blanken uit Ansen, Bakker Luning van de Ruinderdijk. Het café aldaar verdween ook. Laten we hopen dat Bakker Arend Jan Steenbergen in Ruinen nog blijft bakken, hij zal misschien al wel een opvolger hebben. De supermarkt heeft ook een bankethoek, maar ja een verse taart of speculaas zal toch lekkerder zijn van de warme bakker. De smederijen van Jan de Wit en Grote Nijstad zijn ook al verdwenen. Garage Horlings op de brink gesloten. Maar café Hees is er altijd nog en café Luning ook, dit is een goed restaurant geworden. Had je daar gegeten dan werd je voor vol aangezien bij het bedrijfsleven in de Randstad.



Maar goed beste mensen het is 21 maart en gisteren stond de zon in haar schijnbaar jaarlijkse baan in het punt Aries (Ram), hij passeerde de hemelequator en staat nu op het noordelijk halfrond tot 23 september, dan staat hij in het punt Weegschaal. Als hij dat weer gepasseerd heeft ga ik iets schrijven over een zeeschip dat Ruinen als thuishaven had. De Stichting Historie van Ruinen vond dit blijkbaar niet bij hun historie passen, want op mijn schrijven over dit schip zweeg men in alle talen.

Een mooie zwoele zomer toegewenst!
F.L. Woodleg
Kapitein ter Koopvaardij b.d.

Flip