Wie het leuk vindt kan hier lezen hoe wij genieten van ons verblijf in Zweden.
Over hoe het met ons gaat en wat we zoal meemaken...


Zweden... rust, ruimte, oneindige natuur, frisse lucht en veel aardige mensen!





Korte volksverhalen


Hieronder enkele korte Zweedse volksverhalen.
Soms zal deze reeks aangevuld worden.


De reus van het noorden


Drottninggatan in Stockholm. Foto van Panoramio.

Amsterdam heeft de Kalverstraat, Haarlem heeft de Grote Houtstraat, Leiden heeft de Haarlemmerstraat, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Elke stad heeft zo zijn eigen winkelstraat. Ook Stockholm heeft natuurlijk zo'n winkelstraat en die heet Drottninggatan, oftewel Koninginnenstraat.

Hoe komt de winkelstraat in Stockholm aan deze naam? Het volksverhaal gaat zo...

*****

Lang, lang geleden, toen Stockholm nog een dorp was, had het volk een grote muur gebouwd om zichzelf te beschermen tegen gevaren van buitenaf. Stockholm was toen nog niet zo veilig als nu. Massa’s leeuwen, tijgers en wolven zwierven op het platteland en net buiten de muur leefden vier eenogige reuzen. De reus van het noorden, de reus van het zuiden, de reus van het oosten en de reus van het westen. Deze reuzen waren broers en van deze vier was de reus van het noorden de grootste, de sterkste en de meest enge. Hij woonde op een heuvel met uitzicht op het dorp, keek en wachtte op een kans om aan te vallen.
De mensen van het dorp konden niet aldoor achter de gesloten poorten blijven. Handelaars moesten Stockholm soms verlaten om handel te drijven met andere steden. Bouwers moesten naar buiten om de muren en bruggen van buitenaf te versterken. Herders en veehouders moesten de poorten passeren om de dieren te laten grazen en om voer voor hun schapen en runderen te kopen. Maar het dorp verlaten was een zeer hachelijke onderneming, vaak vielen de mensen in handen van een patrouille van de reus en werden geheel verzwolgen.
De reus van het noorden was niet zo gek op mensen. Hij vond dat ze teveel kraakbeen en botten bevatten. Zijn favoriete eten waren leeuwen. Niet alleen waren zij vet en smakelijk maar hij vond de manier waarop hun manen zijn keel kietelden heerlijk als hij ze inslikte. Maar leeuwen waren zeldzaam, dus moest hij zijn honger verder stillen met schapen. Wanneer de herders het dorp verlieten, liet hij schapen in beslag nemen en at er zo veel als hij kon voordat ze weer terugliepen naar de veiligheid achter de muur. 
De koning van het dorp was hier erg bezorgd over en hij kondigde een wedstrijd aan voor de dorpsbewoners. Wie zou er met het beste idee komen de reus van het noorden te kunnen verslaan? Verschillende suggesties werden gedaan, maar toen ze werden uitgeprobeerd bleken ze niet te werken. Er kwamen geen ideeën meer en de koning werd steeds wanhopiger.
Nu had de koning een vrouw, Drottning Matilda. Drottning Matilda was een slimme vrouw en ze dacht dat ze de oplossing zou kunnen hebben. Ze ging naar de koning en vroeg om een audiëntie.
'Hoe kunnen we dit vreselijke probleem oplossen?' vroeg de koning 'de schapen verdwijnen en de mensen zijn koud en uitgehongerd!' 
'Het is gemakkelijk,' zei Drottning Matilda, 'als hij leeuwen wil, geven we hem leeuwen.'

De volgende dag werkten ze hun plan uit.
Wie kon naaien werd opgedragen zakken te naaien en bosjes goudgeel hooi samen te binden en aan één zijde van de vermomming te bevestigen. Ze kregen ook te horen dat ze een lang touw met een knoop aan het eind aan de andere kant moesten bevestigen. Vervolgens verzamelden ze wat schapen die een vermomming over zich gedrapeerd kregen. Het gouden hooi hing als vermomming voor de koppen van de schapen en het touw hing aan hun achterzijde als zijnde een lange staart. Langs de hoofdstraat van het dorp hadden de dorpelingen met tussenruimte steeds twee schapen aan hekken gebonden en zware stenen onder hun wol geplaatst. De dorpelingen gingen daarna naar hun huizen en sloten zich op achter zware deuren en ramen, de kerkklokken begonnen te luiden. Dit was het signaal voor de poortwachter om de noordelijke poort te openen. De dorpelingen wachtten in spanning af.
Hoog op zijn heuvel was de reus van het noorden bezig met het eten van een koe toen hij zag dat de poort open was en open bleef. "Eindelijk!" dacht hij, "Hier is mijn kans!" en hij draafde de heuvel af naar beneden en over de voetgangersbrug.
Toen hij de poort naderde, zag hij dat het dorp verlaten leek. Het was rustig. Toen kon hij zijn ogen niet geloven! Net binnen de poorten zag hij twee leeuwen vastgebonden aan de kant van de straat. Zo snel als hij kon, stortte hij zich op hen en slokte ze op. 
Hij liep verder langs de straat en zag nog twee leeuwen aangebonden staan, de dieren waren in twee snelle happen verslonden. Tot zijn verbazing zag hij nog twee leeuwen en verder langs de straat nog twee en hij at ze zo snel hij kon. Langzaamaan at de reus van het noorden zich naar het einde van de straat tot de laatste twee als leeuwen vermomde schapen. Maar hij begon zich een beetje vreemd te voelen. Het voelde vreemd, zwaar, alsof hij stenen gegeten had! Maar dat was niet mogelijk, hij had leeuwen gegeten, geen stenen! Hij keek naar de laatste twee leeuwen, die bovenop een houten platform gebonden waren. De reus, nog steeds even gulzig, liep naar ze toe. 
Ten slotte bereikten zijn grote zware voeten het houten platform en mede door zijn toegenomen gewicht kraakten de houten planken en bogen vreselijk door. 
Toen plotseling braken ze en de reus viel! Hij viel heel diep in de rivier met de stroomversnelling eronder. Hij worstelde om zijn hoofd boven water te houden maar het gewicht van de stenen die hij gegeten had trok hem onder totdat hij het uiteindelijk niet kon volhouden en levenloos stroomafwaarts dreef naar open zee.
De mensen van het dorp waren zo blij! De reus was dood!
De koning, ook dolblij, besloot om de straat te hernoemen naar zijn vrouw 'Drottninggatan' en hij gebood de Tsjechische beeldhouwer een standbeeld van een leeuw te maken. Deze lange straat zou de slimheid van de koningin herdenken.
Heden ten dage bestaat de straat nog steeds alsook de beelden. Als je de weg tot het einde volgt, zul je zelfs de stroomversnelling zien waarin de reus is omgekomen.
Dus zo hebben de mensen van Stockholm de reus van het noorden verslagen.


Maar hoe zit het met de reuzen van het oosten, westen en zuiden?
Nou, dat is een weer een heel ander verhaal. J




#############################################################################



GLORIA


Heel lang geleden leefde er in de zuidelijke meren van Stockholm een eend, ze heette Gloria. Gloria was een zeer speciale eend. Zeker, ze had witte veren, een oranje bek en grote poten met zwemvliezen, maar het was iets anders dat haar speciaal maakte. Gloria was een gigantische eend. Ze was, simpel gezegd, een reus. Ze was zo groot dat ze boven de boomtoppen uittorende.

De stedelingen wisten niet van het bestaan van Gloria. Ze hield zich ver weg van de beschaving op, diep in de bossen ten zuiden van de stad. Haar voedsel bestond uit vis, maar ze waren zo klein dat ze tonnen en tonnen vis moest eten om een beetje een verzadigd gevoel te hebben. Ze was bijna constant aan het eten. En hoe meer ze at, hoe meer ze groeide.

Toen gebeurde het op een gewone dag. Een groep stedelingen reed door het bos langs een brede rivier. Toen zij het meer, bekend als Flaten, naderden, zagen ze iets vreemds op de grond, een enorme voetafdruk in de vorm van zwemvliezen. Ze keken snel rond en merkten dat de voetafdrukken dieper het bos in gingen. Langzaam volgden ze het spoor, tot ze bij een grote cirkelvormige berg stokken, een soort nest, waren aangekomen. Ze klommen langs de buitenkant van het nest omhoog en gluurden over de rand. En daar, in het midden van het enorme nest, zagen ze een groot wit ei.
'Oh, mijn hemel', dachten ze, 'dat ei zou de mensen van Stockholm vele maanden kunnen voeden!'  'We moeten het mee naar de stad nemen', zei een van de mannen. 'Maar hoe dragen we een ei van dit formaat naar de stad?', vroeg een ander, 'Als we het rollen zal het breken.' Ze keken rond in het bos voor inspiratie.
'Ik heb een idee', zei een van de mannen, 'als we een kant van het nest afbreken, kunnen we het ei voorzichtig naar het meer rollen, dan zal het de rivier afdrijven, helemaal naar Stockholm.' Wat een briljant idee! En dit is precies wat ze deden. Spoedig dobberde het enorme ei de brede rivier af, op weg naar de stad.

Korte tijd later kwam Gloria terug van een dag vis eten, vis uit een ander meer. Toen ze haar lege nest zag, kwaakte ze ontroostbaar. Toen ze de gebroken stokken op de grond zag, begreep ze wat er was gebeurd. Dieven! Ze namen haar ei mee naar de stad om het op te eten. Ze was enorm boos, dook het meer in en zwom naar Stockholm zo snel ze kon. 
Al vrij snel zag ze in de verte haar ei, drijvend op de rivier. Ze zag de stedelingen met touwen en stokken het ei sturen. 'Ik zal hen leren niet te stelen', kwaakte ze, en ze zwom naar hen toe.

Ook al was het ei in het water, het was nog steeds erg zwaar. De groep mannen worstelde om het te verplaatsen en het vorderde maar langzaam. Plotseling, van achter hen, hoorden ze een boos gekwaak. Ze draaiden zich om en voordat ze het wisten, had Gloria het enorme ei op haar snavel genomen en rolde het naar de oever van de rivier. Daarna slaakte ze een gruwelijke schreeuw en at de mannen één voor één op.
Gloria was op de oever en bekeek haar ei. De onderkant van het ei was afgevlakt door de snelheid waarmee het de grond had geraakt. Het was niet meer rond, zodat ze het niet kon rollen. Ze probeerde om het terug in het water te duwen, maar het rolde steeds weer op de afgevlakte kant. Het verplaatsen van het ei was een onmogelijke taak, Gloria ging op het gras naast het ei zitten en liet haar hoofd hangen, ze was zo intens verdrietig! Zo verbleef ze daar vele, vele jaren om haar enorme ei te beschermen tegen eventuele stedelingen die het opnieuw zouden willen stelen.

Niemand weet wat er is gebeurd met Gloria. Ze werd waarschijnlijk zeer oud en verdween in het bos om te sterven. Maar haar ei is er nog steeds. Net ten zuiden van Stockholm torent het boven de boomtoppen uit. Lang geleden holden de stedelingen het uit en gebruikten het als een schuilplaats. Nu wordt het gebruikt als een plaats voor entertainment!

Nu wordt het GLOBEN genoemd, maar moeten we het eigenlijk geen Gloria noemen?!!






#############################################################################



VIST


Zweden is een land vol mythen en legenden. Veel van deze mythen en legenden zijn op de donkere bossen, ruige heuveltoppen of diepe meren gebaseerd. Deze legenden werden vele generaties lang mondeling doorgegeven, sommige zijn zo belangrijk dat de regio een standbeeld of een ander soort monument ter ere daarvan heeft opgericht.
Zo'n standbeeld, gemaakt in 1969, kan worden gezien vanaf de snelweg net buiten Jönköping, in de stad Husqvarna. Op dit punt scheidt de snelweg de stad van het enorme Vättermeer (Vättern). Aan de kant van de stad, staat in de graskant een reus. Deze reus heeft een klomp gras in zijn handen en staart over de snelweg naar de andere kant van het meer. Hoeveel van alle mensen die langs deze plek reden hebben deze reus gezien, vraag ik me telkens af wanneer we er weer langs rijden. Dat doen we nog steeds zo’n vier keer per jaar. En ik vraag me af hoeveel daarvan dan weten over de legende rond hem. De naam van de reus is Vist. Het verhaal gaat als volgt…
Lang geleden leefden in het gebied van Vättern de reus Vist en zijn vrouw. Elke dag zwierven ze rond het enorme meer op zoek naar voedsel. Het was niet ongebruikelijk dat hun wandelingen eindigden aan de overkant van het meer, ver van hun huis. Dit was geen probleem voor Vist. Met een gigantische stap kon hij over het meer en was dan dus zo weer thuis. Zijn vrouw echter, die kleinere stappen kon nemen, kon dit dus net niet, zij moest helemaal rond lopen om weer thuis te komen. Op een dag was Vist thuis en zijn vrouw liep op het platteland. Ze eindigde aan de overkant van het enorme meer. Ze was hongerig en moe, ze realiseerde zich dat ze te moe was om de hele weg naar huis terug te lopen. Ze schreeuwde over het meer naar Vist. Ze vroeg hem een klomp aarde in het meer te gooien, zodat ze die kon gebruiken als een soort stapsteen om sneller thuis te zijn. Vist pakte de aarde en gooide het in het meer. Zijn vrouw hoefde niet om te lopen en was snel thuis. Nu weten we hoe het stuk aarde dat vandaag de dag nog in het meer ligt in de vorm van een eiland daar ooit kwam. Het eiland Visingsö, het eiland van Vist.